Voor diegenen die het tijdschrift Hondenmanieren vreselijk missen (en dat zijn er flink wat gezien het aantal unieke bezoekers op deze blog), verschijnen op deze plek regelmatig artikelen uit de vaste rubrieken van redacteur Cela den Biesen zoals: rasportretten, bijzonderlingen en thema artikelen. Voor kunst&makers zie kluifje, voor dogs&gadgets zie BeestigGoed, voor entertrainment (sport&spel) zie kluifje speels. Van de vermakelijkste Tegenstellingen verschijnt binnenkort een paperback.
Alsjeblaft
Blaffen is praten op zijn honds. Het is bedoeld om de ander
iets duidelijk te maken, de aandacht te trekken, opwinding te uiten, vreemden
weg te jagen of ter afschrikking. Net als een moeder de betekenis van elk
huilgeluid van haar baby kan definiëren, zo herkent de rechtgeaarde hondeigenaar
de intentie van elk soort blaf en aanverwant honds taalgebruik van zijn eigen hond.
De aandachttrekker:
wordt ongeduldig (en soms jaloers) als je onderweg een praatje met iemand
maakt. Hij blaft aanhoudend om je zo te dwingen verder te lopen. Jantje
Ongeduld heeft gelijk. De ‘verspilde’ minuten gaan van zijn wandeltijd af.
De bas: blaft met
een gedempt geluid. Meestal een uit de kluiten gewassen, oenige lobbes die
goedbedoeld een dappere poging waagt om angstaanjagend te lijken.
De bulderdog: brult, bromt en buldert nors binnensmonds. Moppert meer
dan dat hij blaft.
De debater:
sputtert graag tegen, heeft altijd een weerwoord en wil per se de laatste blaf
hebben.
De blaffer: schept
genoegen om bij het minste of geringste aan te slaan. Ervaart dat langdurig en
monotoon geluid produceren endorfine vrijlaat. Door dit geluksgevoel is deze
volhouder moeilijk tot zwijgen te brengen.
De dromer: bestrijdt heldhaftig de demonen
in zijn slaap met een diversiteit aan blaftonen. Dit kan gepaard gaan met spartelende
poten, smakkende geluiden, tandengeknars, gegrom en knipperde oogleden.
De herriemaker: onruststoker die de zaak graag opjuint met zijn geblaf.
Gaat flink tekeer tegen ongenode gasten. Hij houdt wel van een spelletje
blafpoker.
De hotdog: heetgebakerde hond die snel is aangebrand. Blaft met
consumptie en heeft daarbij het schuim op de bek staan.
Het keffertje: vinnig,
opgewonden standje. Vuurt repeterend als een
mitrailleur, schelle bits af.
De praatjesmaker: babbelgrage hond. Op vriendelijke toon wauwelt deze
kletskop de hele dag tegen je aan. Hij gaat er terecht vanuit dat jij volledig
snapt wat hij met zijn koeterwaals bedoelt.
De rebel: blaft
demonstratief uit ongenoegen of als een vorm van protest. Hij staat direct op
zijn achterste poten als hem iets niet bevalt.
Schorre Morrie:
produceert een soort hese hoest. Ondanks zijn verwoede pogingen komt het nooit
tot een volwaardige blaf.
De signaalhond: naast
de waakhond is hij de enige ferme viervoeter die legitiem waarschuwend vocaal mag
optreden.
De sirene: houdt noodgedwongen
de wacht als de baas van huis is. Blaft en jankt uit frustratie, eenzaamheid en
ongerustheid.
De silencio:
zwijgt te allen tijde in alle toonaarden. Totaal ongeschikt als waakhond. Helpt
inbrekers zelfs mee de gestolen buit te verkassen. Niet te verwarren met de stille.
De sms‘er: (save
my soul) Moderne variant op de S.O.S.’er. Aanhankelijke hond die, wanneer hij
alleen gelaten wordt, om het kwartier een noodsignaal uitzendt naar zijn roedel:
ik mis jullie gezelschap!
De spreker: is
aangeleerd om op commando te blaffen: hoe spreekt-ie? Houdt tevens op bevel
zijn kaken stijf op elkaar.
De stille: hoor je
niet. Gevaarlijk figuur. Deze bijtgrage hond waarschuwt of dreigt nooit, maar
hapt meteen toe.
De stoerling:
gebruikt gespierde taal, maar tempert zijn octaven zodra een goedkeurende kennismaking
met het onderwerp van zijn angst heeft plaatsgevonden.
De subwoofer: valt, als laatste in rij, gealarmeerde blaffende honden
in de buurt bij.
De verdediger: heeft een grote waffel wanneer men te dicht in
de buurt van zijn baas of diens eigendommen komt.
De virtuoos: de voortgebrachte blaf eindigt in jodelend geluid. Zingt
graag mee met zijn roedel, de ambulance en begeleidt zijn muzikale eigenaar
tijdens repetities.
De waakhond:
imponeert met zijn professionele frontale staccato blaf, die geïnterpreteerd
moet worden als waarschuwing: hem is het menens!
De Wildehond: (honds)dolleman
die tijdens het uitlaten aan de riem, andere honden buitensporig uitblaft.
Scheldt steevast op schepsels met een identieke uiterlijke verschijning of
karakteristieke geur.
Het woefje:
stoeise hond die met zijn bondige wafwoefjes uitnodigt tot een spelletje.
tekst: Cela den Biesen Kluifje
tekst: Cela den Biesen Kluifje