Weermannen- en vrouwen voorspelden vanwege de dubbele dosis
gevallen eikels een strenge winter. Wie ervan houdt om de lange latten onder te
binden, kijkt de groene berghellingen in een alpien landschap wit. Van
thuisblijvers begrijp ik die sneeuwobsessie niet. Vooruit één weekend dat alles
verbleekt is iedereen gegund, maar zodra het smotsig of glad wordt, haak ik af.
Hier vind je tips hoe te overwinteren.
Wintertenen
De robuuste hondenvoetzolen dempen tig keer beter dan de
exclusiefste sportschoen, daarbij zijn ze warmte regulerend, zodat een hond
zelden koude voeten krijgt. Deels zorgt het aanwezige vet hiervoor, anderzijds de
ingebouwde centrale verwarming. Japanse onderzoekers ontdekten dat het bloed
door een fijnmazig netwerk van aders in de poten direct verwarmd wordt. Door
die natuurlijke bescherming zal een gezonde hond, zelfs bij een lang verblijf
in de (droge) sneeuw, geen bevroren voeten krijgen.
Voetjes van de vloer bij gestrooide wegdekken. Draag je kleine
hond naar de overkant van de weg, of wijk met je grote hond tijdelijk uit naar
het bos. Loop je verplicht daar waar gestrooid wordt en is de hond niet te
tillen, neem dan preventief een (met verzachtende lotion doordrenkt) washandje
mee voor pijne pootjes. Harde sneeuw(korsten), scherpe strooisplit en zout
kunnen de hoornhuid van de voetzolen beschadigen. Kloven zijn net zo pijnlijk
als bij de mens. Door uitstekende haren tussen de voetzolen te kortwieken (tot het
voetbed) krijgen vuil, grit, strooizout en ijs weinig kans om te hechten. Lange
haren bovenop de voeten laat je wel zitten, die doen hun werk als
isolatiemateriaal. Bescherm gevoelige voeten door ze met speciale voetbalsem in
te wrijven of steek ze in hondenschoentjes. Niet zozeer tegen de kou als wel
tegen ijsklonten die anders aan de haren vastvriezen.
Spoel na elke winterwandeling de poten en voeten met lauw water af.
Het is in een wip gebeurd met een gieter of de plaw plunger
(potenwasser). Voor honden die een hekel aan poten wassen hebben, leg je van te
voren een vochtig badlaken op de tegelvloer bij de ingang klaar. Bij binnenkomst
raakt de hond door er overheen te lopen daarin alvast een gedeelte kwijt. Strooizout dat de hond
van zijn poten likt, kan orgaanschade, diarree en braken veroorzaken. Langdurig
likken of bijten aan tintelende tenen of pitsende pootjes kan zere plekken tot
gevolg hebben. Dep het onderstel (poten, voeten en vochtige oksels) daarom telkens
goed droog met een vooral schone (eventueel op de verwarming voorverwarmde) handdoek.
Controleer de voeten en verzorg ontdekte open wondjes met een daarvoor
bestemde spray of zalf.
De
pels
De meeste vachten bereiden zich in de herfst voor door dan een dichte
wintervoering te kweken. Bij sommigen neemt slechts de groei van de dekharen
toe. Een vervilte vacht kan niet goed groeien, waardoor deze niet meer tegen
kou beschermt - flink uitborstelen en dood haar verwijderen, stimuleert nieuwe
aanwas. Honden met een dikke, dubbele of lange vacht zijn beter uitgerust tegen
de kou dan kortharigen (zonder ondervacht). Honden met een weelderige bontmantel
willen juist nu graag naar buiten, terwijl menig mens daar de bibberitus
krijgt.
Voor een fitte hond met een gezonde vacht moet kou geen probleem
zijn. Door buiten in beweging te blijven, voorkom je onderkoeling. Daarom laat
je na het spelen en rennen bij diepvriestemperaturen de hond na inspanning niet
lang zitten of liggen op de koude grond. Gaat je hond het hele jaar door het
open water in en heeft hij daar geen hinder van? Zorg dan wel dat hij na een
dip warm wordt en blijft. Moeten jij en je hond nog een eindje met de auto
voordat jullie op de eindbestemming zijn, maak hem dan handdoekdroog en geef
hem een deken voor onder zijn kont of hang die over zijn schouders. Eenmaal
thuis de niet door en door droge hond op de tocht laten liggen.
Natte weersomstandigheden zijn vaak problematischer dan zonnige
vrieskoudagen omdat een vochtige vacht sneller warmte verliest in tegenstelling
tot een droge vacht bij koude lucht. Bij honden met korte poten ligt bij een
stapvoets uitje in de hoge sneeuw blaasontsteking op de loer. Koukleumen, patiënten,
bejaarden of kale(nde) honden, buikschuivers en laag-bij-de-grond-hondjes mogen,
als ze dat als prettig ervaren, van functionele kleding worden voorzien.
Winterkost
Als de kou nadert, krijgen veel honden als vanzelfsprekend meer
trek. Om zich te verwarmen heeft het lichaam bij graden onder nul meer inname
van calorieën nodig om de lichaamstemperatuur constant te houden. Net als het
immuunsysteem dat schreeuwt om vitamientjes. Of een hond in de winter extra
voeding nodig heeft, hangt af van de hoeveelheid beweging die hij krijgt, de
tijd die de hond buiten (actief) doorbrengt, de vachtconditie en het isolerende
lichaamsvet. Geef naar eigen inzicht wat meer of minder. Achter sneeuwballen
aan, hopsen door hoge sneeuw, of je stabiel houden op een gladde ondergrond
vragen meer energie. Honden die rozig de haardgloed koesteren en honden wier
baas het bij graden onder nul of ander hondenweer laat afweten, vragen
waarschijnlijk juist om minder voeding. Bewegen in de frisse lucht is een goede
manier om winterspek te voorkomen en kwijt te raken.
Opwarmertjes
Met pikhouwelen worden autoruiten ijsvrij gebeiteld. Het vriest
dat het kraakt. Een fonkelende ondergrond en een ijsblauwe lucht. Wandel bij
extreme koude liever vaker en korter buiten, dan een of twee keer lang.
In het donkerste jaargetijde is de omschakeling van binnen naar buiten erg
groot. Zeker voor een hond die zijn jas altijd aanheeft. Bereid hem thuis voor
op de koude golf door hem een half uurtje voor de wandeling te acclimatiseren
in een vertrek waar het frisser is. Bij thuiskomst geldt hetzelfde.
In (vers gevallen) sneeuw kun je zien of je hond sloft of kwiek loopt, aan
de voetafdrukken kun je aflezen welke stappen je hond onderneemt, snappen waarom
je hond op een bepaalde plek snuffelt, je ontdekt welke lantaarnpaal voor
buurthonden het interessants is, je kunt met eigen ogen volgen welke
dierensporen de hond op het spoor is, en je kunt er de kleur urine van je hond
in controleren.
Voor dorstige honden die onderweg willen drinken, neem je een thermosfles
met lauw water mee. Het helpt tegen overvloedig sneeuwhappen en drinken uit poelen
waar eventueel vervuiling zoals pekel in terecht is gekomen.
Door het stoken van centrale verwarming wordt de lucht in huis droger, zo
ook het velletje van mens en dier. De huid is je dankbaar als je voldoende
water drinkt.
Slipgevaar. Stimuleer je hond niet om te rennen op een spekgladde
ondergrond. Onverwachte slidings leiden te gemakkelijk tot halsbrekende toeren.
IJsbreker. Het kan vriezen, het kan dooien. Laat een hond nooit op het ijs.
Hij kan immers niet bepalen of de dooi is ingetreden en er gevaarlijke wakken
zijn.
Rol sneeuwballen over de grond en bij het betere gooi- en smijtwerk altijd
van de hond af. Zo maakt hij geen riskante achterwaartse buitelingen.
Een van een besneeuwde helling af denderende hond kan een spectaculaire
minilawine veroorzaken.
Last van koude handen? Een beproefd fotomodellenrecept is warmwaterkrullers
in je jaszak die je handen heerlijk warm houden.
Zogeheten Gamaschen - een nylon hoes die tijdens
sneeuwschoenwandelen (het bestaat het echt) om de onderbenen wordt gebonden - houden je broekspijpen schoon en droog.
Uitgelicht. Niet vergeten om bij mist en in het donker goed op te vallen.
Meer wintertips onder de zoektermen HARTJE WINTER & WINTERKLAAR
Model: Pop. Tekst: Cela den Biesen. www.kluifje.com